In juli 2012 ging Edward Wolfs voor het eerst naar Uganda. Via Fairweggistan leerde hij samen met een groep mensen “de andere kant” van Afrika en Uganda kennen. Naast de natuur van Uganda bezocht hij veel scholen, weeshuizen, kindertehuizen, straatkinderen en vrouwenprojecten.
Gebrek aan kennis en materialen
De activiteiten en gesprekken tijdens deze reis gingen over wat je wel en niet kunt doen als je een ontwikkelingsland wilt steunen. Op sommige scholen waren de docententeams bereid een nieuwe stap te zetten in de ontwikkeling van onderwijs. Ze wilden onder meer experimenten uitvoeren, maar het ontbrak ze aan materialen en kennis. Edward beloofde hierop terug te komen.
Ontwikkeling van Experi-box
Natuurkundedocent Adri Moerdijk van het Calvijn College in Goes had een kleine doos ontwikkeld toen hij kort werkzaam was op scholen in Peru. Edward had enkele dozen meegenomen naar Uganda en die bleken erg nuttig op de scholen.
Het idee van Experi-box groeide en terug in Nederland werkte Edward dit verder uit met Jan Leisink, die veertig jaar ervaring had met praktijkonderwijs in Nijmegen. In zijn lessen stonden experimenten altijd centraal. Jan heeft veel betekend voor het elektronica-onderwijs op middelbare scholen en heeft veel kennis en spullen gedoneerd voor de Experi-boxen.
Oprichting stichting Experi-box
In februari en maart 2013 ging Edward terug om in Jinja en Lodonga (voorbij Arua) op scholen te werken. In juni dat jaar werd de stichting Experi-box opgericht. In 2014 ging Edward weer naar Jinja, maar deze keer ook naar Gulu en Rubirizi. Ook had hij dit jaar voor het eerst in Kampala contact met de mensen van de Science-curriculumcommissies (NCDC).
Vele bezoeken verder
Inmiddels gaat Edward al jaren naar Uganda om middelbare scholen, vakscholen, lerarenopleidingen en basisscholen te bezoeken. Op de diverse plekken werkt hij minimaal een halve dag en soms een paar dagen samen met docenten en studenten om experimenten uit te voeren. Hij neemt Experi-boxen, Experi-Cards, Engelstalige boeken en ander lesmateriaal mee voor praktische lessen. Als de leraren de experimenten blijven uitvoeren en specifieke vragen hebben, komt hij terug voor een vervolgtraining. Uiteindelijk is het de bedoeling dat scholen dit zelf gaan organiseren in landelijke en regionale netwerken.